Het Juli-Ultimatum wordt veelal niet als een ultimatum in de letterlijke zin beschouwd, omdat het als onvervulbaar wordt gezien. Het ultimatum is veeleer een maatregel om een casus belli te creëren, waardoor Oostenrijk-Hongarije Servië zou kunnen binnenvallen.
Kaart van de militaire bondgenootschappen in Europa ten tijde van het Juli-Ultimatum (1914).
- Elke publicatie waarin haat of minachting tegen de Oostenrijkse monarchie staat moet onderdrukt worden;
- De Narodna Odbrana (een Servische nationalistische groep) moet ontbonden worden, evenals soortgelijke groepen die anti-Oostenrijkse propaganda verspreiden;
- Al hetgeen propaganda tegen Oostenrijk verspreidt of dit zal doen, moet verwijderd worden uit de Servische publieke voorlichting en het onderwijs;
- Uit het Servische leger en het bestuur moeten alle personen die propaganda tegen Oostenrijk-Hongarije hebben verspreid, ontslagen worden. De namen van deze personen worden aangeleverd door de regering van Oostenrijk-Hongarije;
- Men moet bij het bestrijden van anti-Oostenrijkse beweging samenwerken met organen van de Oostenrijks-Hongaarse regering;
- Men moet juridische maatregelen nemen tegen degenen die bij het complot achter de moord op Franz Ferdinand betrokken zijn, en zich daarbij laten bijstaan en leiden door organen die door de Oostenrijks-Hongaarse regering zijn gedelegeerd;
- Twee benoemde personen moeten direct gearresteerd worden;
- Smokkel in wapens en explosieven tussen Servië en Oostenrijk-Hongarije moet worden tegengegaan;
- Er moet uitleg worden gegeven aan Oostenrijk-Hongarije over haatdragende verklaringen die hooggeplaatste Servische personen in Servië en het buitenland hebben gedaan over Oostenrijk-Hongarije;
- Oostenrijk-Hongarije moet zonder vertraging op de hoogte worden gesteld van de uitvoering van deze maatregelen.
- Servïë was bereid om alle eisen te accepteren, behalve eis 6 over de Servische jurisdictie, aangezien Servië dat ongrondwettelijk en een aantasting van de soevereiniteit vond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten