Het probleem voor Duitsers is hoe ze de IJzer moeten oversteken die op dat punt zo'n 12 m breed is. Ze verzamelen in het Handzame-Kanaal een kleine vloot pramen om het materiaal via het kanaal en dan over de rivier te brengen. Anderen bouwen loopbruggen van planken en vlotters, geholpen door patrouilleboten.
Omdat dit alles onder de ogen van de geallieerden moet gebeuren, zorgt de Duitse artillerie ervoor de vijand in de loopgraven te houden onder leiding van Res-Hauptmann Gombart en Res-Luitenant Eschenbach.
Enkele weken later, op 18 maart 1918, begint de raid op Diksmuide. 's Morgens vroeg, rond 03:00 uur zijn de Duitsers klaar voor de aanval. 45 minuten later openen ze het vuur en schieten ze tot 05:00 uur gasgranaten naar de overzijde. Om 03:50 uur wordt er bij de geallieerden gasalarm geslagen en beschieten ze tot 07:00 uur de Duitse stellingen. Duitse kanonnen en mortieren vuren vanaf 05:40 uur op de geallieerden en even later, om 05:52 uur, beginnen ze ook met machinegeweren te schieten. De Duitse aanvalscolonne maakt zich klaar. Enkele minuten later wordt het mortiervuur naar voor gelegd als afsluitingsvuur voor de oprukkende Duitsers. Ze steken de IJzer over onder constante beschietingen van de geallieerden.
De verwoesting van Ieper
Kaart van het Duitse Leie-offensief
Op 12 april 1918 slaan de Duitsers een bres in de Britse linie van ongeveer 48 km, ten zuidwesten van Ieper, nabij Hazebroek. Veldmaarschalk sir Douglas Haig geeft de Britten de opdracht zich niet terug te trekken en het Britse verzet verdedigt zich uit alle macht. Onder leiding van generaal Plumer lukt het hen de Duitsers tot staan te brengen langs de Leie op 17 april 1918 en de Duitse poging de Noord-Franse havens te bereiken is mislukt.
De slachting bij de Kemmelberg begint in de ochtend van 25 april 1918. De hele nacht hebben de Duitsers gasgranaten afgevuurd op de geallieerden, terwijl de Fransen hun stellingen met bombardementen vanuit vliegtuigen verdedigden. Om 06:00 uur bestormen de Duitse Alpenjagers de heuvel en de Fransen moeten zich terugtrekken op de Rodeberg en de Scherpeberg.
De Duitse generaal Erich Ludendorff geeft op 29 april 1918 het bevel het offensief op het westfront te staken. Maar een maand later, op 27 mei 1918 komt hij met een volgend offensief Plan Hagen en de Duitsers rukken verder op naar Parijs, maar enkele dagen later, rond 4 juni 1918, zijn zijn troepen aan het eind van hun Latijn en moet hij ook dit offensief staken.
Na nog enkele offensieven aan de Marne in Frankrijk is het duidelijk dat de Duitsers aan de verliezende hand zijn. En als op 8 augustus 1918 het Geallieerd Eindoffensief van start gaat, geven de Duitsers zich gewillig over.
Op 28 september 1918 verlaten de Duitsers Langemark. Ze worden door honderden kanonnen uit het bos van Houthulst gejaagd, waar ze de voorbije vier jaar ingebunkerd zaten.
De geallieerden verjagen in de daaropvolgende maanden de Duitsers van het westfront en beginnen zelf ook het terrein te verlaten. Ze laten enorm veel ongebruikte munitie achter, waaronder veel gifgasgranaten. Dit gifgas werd Yperiet genoemd, omdat het voor het eerst op grote schaal werd ingezet nabij Ieper. Maar het was niet, zoals veel geschiedenisboeken vermelden, de eerste inzet in de geschiedenis. Twee dagen voor Ieper werd bij Nieuwpoort mosterdgas voor het eerst ingezet. Bij inhaling van dit gas braakten de slachtoffers hun longen uit.
11 november 1918, 11 uur in de ochtend: Wapenstilstand. Aan alle offensieven komt een eind en enkele dagen later beginnen de Duitsers zich terug te trekken uit de Franse en Belgische streken die ze nog hadden bezet.
Soldaten in de loopgraaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten