vrijdag 1 april 2011

Duitse opmars door België

In 1897 volgt Alfred von Schlieffen Waldersee op als chef van de Duitse Generale Staf. Hij maakt meteen zijn plan bekend voor de Grote Europese Oorlog.

Volgens dit plan, het Von Schlieffenplan genoemd, zal Duitsland de neutraliteit van Luxemburg, België en Nederland schenden en maakt een inval in België noodzakelijk.
Er zal wel formeel vanuit Berlijn een ultimatum naar Brussel worden gestuurd om vrije doortocht voor de Duitse troepen te verkrijgen, maar het antwoord is niet van belang.

In 1904 is het Duitse aanvalsplan in België uitgelekt. De koning en de legerleiding dringen op een verhoging van militaire inspanningen aan, en in 1908 nemen ze de legerkwestie onder de loep. Onder leiding van regeringsleider Frans Schollaert en minister van Oorlog generaal Joseph Hellebaut wordt de legerhervorming voorbereid en de persoonlijke dienstplicht gaat van kracht op 1 december 1909.

            
                                                          Frans Schollaert                                              Joseph Hellebaut

In 1913 maakt Koning Albert I in Berlijn een verontrustend incident mee als de Duitse keizer Wilhelm II hem meedeelt dat een oorlog met Frankrijk onvermijdelijk is. Verderop aan tafel hoort hij de Duitse opperbevelhebber Helmuth von Moltke praten over de dwaasheid van België als ze verzet zouden bieden bij een Duitse doortocht.

            
                                                   Albert I                                      Keizer Wilhelm II


                                                    Helmuth Johannes Ludwig von Moltke

Hij besluit nogmaals naar Frankrijk en Duitsland af te reizen om de Belgische neutraliteit te bepleiten en om te waarschuwen voor verzet bij oorlog tussen de twee landen.
Op 28 mei 1913 voert de minister van Oorlog, Charles de Broqueville, de veralgemeende dienstplicht in in België, om de legersterkte van 180.000 man naar 340.000 te verhogen. Dit getal zal echter nooit gehaald worden.

Hij belooft aan de Vlaamse katholieken de verplichte tweetaligheid van het officierenkorps en hij probeert de publieke opinie tevreden te houden met het systeem van regionale rekrutering.
Nadat Duitsland officieel bekend maakte de Belgische neutraliteit niet te zullen eerbiedigen draaien ook zijn meest fervente tegenstanders bij.

België mobiliseert
Op 27 juli 1914 bestaat het leger uit 15 gevechtsklare eenheden waarvan er 11 door loting, 3 door persoonlijke dienstplicht en 1 door opgevoerde dienstplicht zijn samengesteld.
Het veldleger bestaat formeel uit 143.000 man, maar 40.000 zijn er niet komen opdagen. Verder zijn er 14.000 beroepsmilitairen, 65.000 in het vestingsleger en 190.000 rijkswachters en leden van het officierskader.
Op 21 juli 1914 kondigt België de algemene mobilisatie af. Het veldleger bestaat uit 6 divisies, 1 cavaleriedivisie (4500 ruiters) en legertroepen. Een legerdivisie bestaat uit 3 of 4 brigades, op hun beurt bestaande uit 2 infanterieregimenten, een artilleriegroep (12 kanonnen na 75 mm), een regiment cavalerie, een regiment artillerie (36, 75 en 150 mm kanonnen), genietroepen en diensten.
Verder beschikt het leger over 37.600 paarden, 2600 wagens en 1500 auto's.
  • 1e divisie in Gent, naar Groot-Brittannië gericht
  • 2e divisie in Antwerpen
  • 3e divisie in Luik, t.o.v. het Duitse leger
  • 4e divisie in Namen, tegen de Franse troepen
  • 5e divisie in Bergen, in de streek tussen Maubeuge en Rijsel
  • 6e divisie in Brussel als hoofdkwartier van de cavalerie
Het veldleger beschikt over 93.000 geweren, 6000 sabels, 324 kanonnen en 102 machinegeweren.
Het kader heeft geen ervaring en er bestaat geen opleiding voor soldaten zodat ze met hun verschillende uniformen en zonder wapens een ordeloze troep vormen. De infanterie is in reorganisatie en beschikt dus niet over voldoende zwaar geschut.
Dit alles staat onder het bevel van generaal Gérard Leman.

Ook de eensgezindheid omtrent de verdediging is ver te zoeken. Luitenant-generaal Selliers de Moranville wil het leger terugtrekken naar Antwerpen dat als bevoorradingsplaats dienst kan doen terwijl vestingtroepen in Luik en Namen de Duitse opmars zullen belemmeren.
Kolonel Baron de Ryckel wil daarentegen het veldleger positie laten nemen tussen de Ourthe en de Duitse grens met later eventueel terugtrekking tot Antwerpen.


Koning Albert I kiest uiteindelijk voor een legerconcentratie op de linkeroever van de Maas, met Antwerpen als basis voor bevoorrading.













Het fort van Loncin na de Duitse beschieting
Een laatste poging
Op 2 augustus 1914 schrijft Koning Albert I een persoonlijke brief aan de Duitse keizer, in een laatste poging het onheil af te wenden. Om 19:00 uur komt er als antwoord een ultimatum waarin wordt meegedeeld dat Frankrijk Duitsland zal aanvallen door België en dat België niet in staat zal zijn deze aanval af te weren. Duitsland vraagt toestemming door België heen te trekken om Frankrijk tegen te houden...
Op datzelfde moment passeren de Duitsers reeds de Luxemburgse grens. De Luxemburgse regering ontving een telegram waarin stond dat Duitsland op de hoogte was van de Franse optocht naar Luxemburg en dat Duitsland daarom uit zelfverdediging de Luxemburgse neutraliteit moest schenden. Diezelfde dag nog is Luxemburg in Duitse handen.
Koning Albert I geeft op 3 augustus 1914 een ontkennend antwoord aan Duitsland nadat hij de bevestiging voor gewapende steun ontving van Groot-Brittannië en Frankrijk. Als antwoord hierop verklaart Duitsland de oorlog aan Frankrijk.
De Belgische legers worden hierop als volgt verschoven:
  • 1e divisie van Gent naar Tienen
  • 2e divisie van Antwerpen naar Leuven
  • 3e divisie van Bergen naar Peuvez
  • 4e divisie van Brussel naar Waver
De bal gaat aan het rollen
               
                              Alexander von Kluck                             Karl von Bülow

Op 4 augustus 1914 valt Duitsland België binnen zonder formele oorlogsverklaring. De aanval wordt geleid door het 1e Duitse leger onder generaal Alexander von Kluck en het 2e leger van generaal Karl von Bülow.
Om 7:30 uur vallen ze binnen bij Gemmenich, bij Luik. En terwijl de Belgische legertop ruzie maakt over de verdediging van Luik, naderen 34.000 Duitsers (met 125 stukken geschut) de forten rond Luik onder leiding van generaal Von Emmich. De forten worden verdedigd door de Belgische 3e divisie (ca. 23.000 man) onder generaal Gérard Leman, de 15e brigade van de 4e divisie uit Namen, 4 vestingsinfanterieregimenten, wat kleinere eenheden, 500 burgerwachten en de bemanning van de forten (ca. 32.000 man). Samen beschikken ze ongeveer over 250 nieuwe kanonnen, een honderdtal verouderde stukken en 30 machinegeweren.
In het Belgische parlement spreekt de koning om 10:00 uur het parlement toe. Hij vraagt de politieke onenigheid te negeren voor de duur van de oorlog en keurt 200 miljoen frank oorlogskredieten goed.
's Middags beslist de Kroonraad beroep te doen op Britse, Franse en Russische steun.
Via Hombourg bereiken de Duitsers Wezet (Visé). Als ze een bruggenhoofd over de Maas proberen te slaan worden ze door artillerie vanuit het fort van Pontisse teruggedreven. Als represaille halen ze alle bewoners uit hun huizen en brengen ze naar het station. De woningen worden in brand gestoken, de vrouwen moeten de stad verlaten en ongeveer 600 mannen worden naar een kamp in Münder gebracht. 36 mensen worden neergeschoten.
Om 23:00 uur gebiedt Groot-Brittannië in een ultimatum Duitsland België te verlaten en verklaart na weigering de oorlog aan Duitsland. De Britse Veldmaarschalk Horatio Kitchener geeft het bevel het Kanaal over te steken.

's Nachts bouwen de Duitsers de eerste botenbrug bij Wezet.

De aanval op Luik
Otto von Emmich

Op 5 augustus 1914 om 22:00 uur opent generaal Otto von Emmich een aanval op de forten rond Luik. Deze forten vormen een blokkade voor het Duitse 1e en 2e leger in hun opmars naar Frankrijk. De Duitse 38e en 43e brigades proberen in het zuiden tussen Boncelles en de Ourthe door te breken. De Duitse 34e brigade gaat in het noorden bij Lieze (Lixhe) de Maas over.
De Belgische generaal Leman trekt zich met zijn hoofdkwartier in de Citadel terug.
's Nachts begint de werkelijke aanval op Luik.
De volgende dag kwamen ook Franse legers te hulp

Slag der zilveren helmen
Op 12 augustus 1914 vond er in Halen een confrontatie plaats tussen Duitse cavalerie en Belgische troepen in de slag der zilveren helmen. De Duitse opmars naar het noorden werd even gestuit.

Represailles in Aarschot
Aarschot werd door de 8e Infanteriebrigade onder kolonel Johannes Stenger bezet. Stenger werd in het centrum doodgeschoten. Zie hiervoor het artikel Duitse represailles in Aarschot op 19 augustus 1914.

De Slag der Grenzen
Op 20 augustus 1914 is Brussel in handen van het Duitse 4e legerkorps onder generaal Sixt von Arnim. Het Duitse 1e, 2e en 3e leger trekken verder België binnen.
De Duitsers sturen 60.000 man naar Antwerpen om de Belgische koning en zijn troepen daar vast te houden terwijl de rest van hun troepen naar de Frans-Belgische grens oprukt.
Vanaf 20 augustus tot 25 augustus 1914 woedt de Slag der Grenzen tussen de Ardense regio en het noorden van Metz.

Ondertussen: Leuven
Op 25 augustus 1914 doden de Duitsers in Leuven 218 burgers en branden ze de stad gedeeltelijk plat. Koning Albert I organiseert een uitval naar Haacht en het Duitse garnizoen is even van zijn stuk gebracht. 's Avonds komt het Duitse bevel Leuven te vernietigen. De Duitse troepen zetten vele eeuwenoude gebouwen (bv. de universiteitsbibliotheek) in brand en gijzelen de inwoners. 173 Leuvenaars worden gefusilleerd. Ook het gebied tussen Mechelen en Brussel deelt in de klappen.

Ondertussen: Mechelen - Zemst
In het dorpje Zemst op 5 km ten zuiden van Mechelen worden door de Duitse Uhlanen burgers vermoord en mishandeld, alsook huizen in brand gestoken.

Ondertussen: Dendermonde
Dendermonde is samen met Leuven de stad die het meest geleden heeft in de Eerste Wereldoorlog. Bij de Duitse inval in 1914 werd de helft van de huizen volledig vernield. Er stond niets meer recht met uitzondering van de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk uit de vijftiende eeuw. Wegens zijn karakter van vesting- en garnizoensstad en de talrijke verwoestingen en onrust is Dendermonde, ondanks zijn gunstige ligging, nooit uitgegroeid tot een belangrijk handels- of industriecentrum.



Antwerpen valt

Op 25 augustus kreeg Antwerpen voor het eerst in haar geschiedenis te maken met luchtbombardementen vanuit een Zeppelin. Vanuit het Duitse luchtschip werden negen bommen gedropt op de binnenstad in de buurt van de Falconrui en de Stadswaag. De ontploffingen maakte verschillende doden en gewonden. De dag erna gaven de plaatselijke overheden het bevel 's nachts en 's avonds alle lichten te doven. De Belgische 4e divisie trekt zich op 2 september 1914 terug tot Antwerpen om zich bij de rest van het leger te voegen.
En als op 9 september 1914 de Britse Lt. Commander Littlejohns aankomt met 6 kanonnen van 12 cm en van 15 cm lanceert koning Albert I een aanval op de Duitse strijdkrachten. De Duitse keizer schrikt van dit initiatief en beveelt de inname van de Antwerpse haven. De kanonnen worden opgesteld op treinen in de spoorwegplaatsen te Hoboken. 70 Belgische militairen zullen de trein bemannen onder bevel van Kapitein Servais. Op 23 september vertrekt het eerste spoorwegkanon om samenwerkend met een vliegtuig vijandelijke stellingen te bombarderen.

 generaal von Beseler

De Duitse generaal Von Beseler verovert Mechelen op 27 september 1914 en daarmee is de Duitse aanval op Antwerpen geopend. De volgende dag beschieten de Duitsers de forten rond Antwerpen met 420-mm en 305-mm granaten. Op 29 september 1914 bereiken de Duitsers de eerste bruggen maar worden onder vuur genomen vanuit het Fort van Walem. Een Duitse granaat komt in het munitiemagazijn terecht en het fort is niet meer. Ook Fort Sint-Katelijne-Waver wordt na 30 uur beschietingen ijlings verlaten.
Enkele dagen later, op 2 oktober 1914 geeft koning Albert I opdracht tot de terugtrekking tot Oostende omdat hij vreest dat Antwerpen het niet langer zal uithouden. De Britten arriveren de volgende dag in Oostende en steken de bevolking en het leger een hart onder de riem. Als Winston Churchill op 4 oktober Antwerpen bezoekt is het reeds te laat en kunnen de Duitsers niet meer gestopt worden.

Op 6 oktober 1914 is de Belgische verdediging van de Antwerpse haven zwaar toegetakeld en moet geëvacueerd worden. 's Nachts steken ze heimelijk de Schelde over. De volgende dag vertrekken ook de Belgische regering en het Corps Diplomatique naar Oostende.
De val van Antwerpen is een feit op 10 oktober 1914. Admiraal Von Schroeder is de nieuwe Duitse militaire gouverneur van de stad.

De Slag om de IJzer

Op 12 oktober 1914 rukken de Duitsers Gent binnen en de volgende dag wappert de Duitse vlag op het stadhuis.
De volgende dag stellen Franse, Britse en Belgische troepen zich achter de IJzer en de Ieperlee op. Uitgeput graven ze zich in in spoedloopgraven onder de belofte van hun oversten spoedig naar huis terug te keren. De Slag om de IJzer kan beginnen...

De eeuwige strijd om Ieper
De Britten bezetten Ieper vanaf 14 oktober 1914.

De Eerste Slag om Ieper
De Slag van Langemark luidt op 21 oktober 1914 het begin van de Eerste Slag om Ieper in. Pas als het Duitse oppercommando op 22 november 1914 besluit het offensief te staken is de slag gestreden.

De Tweede Slag om Ieper
De Tweede Slag om Ieper gaat op 17 april 1915 van start als zware mijnladingen onder de Duitse stellingen op Hill 60 tot ontploffing worden gebracht. Tijdens deze slag wordt er kennisgemaakt met een nieuw wapen: nl. chloorgas. Nadien krijgen de troepen gasmaskers mee. Soms zelfs twee: als het ene niets uithaalt, kan het andere misschien helpen...
Als de Tweede Slag om Ieper is afgelopen, blijven de Duitsers en geallieerden de komende jaren toch kleine uitvallen doen om enkele meters grond te bemachtigen.

In tussentijd
Op 18 juli 1915 wordt door de Britse 175° Tunneling Company Royal Engineers een ondergrondse mijn van 1 750 kg ammonal tot ontploffing onder de Duitse uitkijkpost in 't Hooge. Er ontstaat een krater van 40 m diameter en 16 m diepte. Het 4° Middelsex (8° Brigade van de 3° Divisie) neemt de krater onmiddellijk in. Maar op 30 juli 1915 moeten ze de krater vrijgeven omdat ze bestookt worden door Duitse vlammenwerpers.
De Duitsers zetten op 2 juni 1916 een groot offensief (De Strijd om Mount Sorrel) in vanuit hun stellingen op Hill 60. Het levert hun aanvankelijk veel winst, maar die moeten ze deels prijsgeven bij hevige Canadese tegenaanvallen. Uiteindelijk is op 6 juni 1916 het gebied tussen Hill 60 en Hill 62 in Duitse handen. Op 12 juni 1916 zet de Canadese infanterie de tegenaanval in op Hill 62. Ze verrassen de Duitsers midden in de nacht. Enkele uren en honderden slachtoffers later is de heuvel terug in Canadese handen.
Op 7 juni 1917 ontploffen 19 dieptemijnen onder 21 Duitse stellingen op de heuvelrug van Mesen. De Duitsers zijn zo onder de indruk dat ze bij de Britse infanterieaanvallen op Hill 60 en bij Spanbroekmolen op de vlucht slaan. De dieptemijnen werden geplaatst als voorbereiding op een groot offensief, de Derde Slag om Ieper, gepland door de Britse veldmaarschalk sir Douglas Haig, om de Duitse linies tussen de Noordzee en de Leie te doorbreken. Het Britse 2° leger onder generaal sir Herbert Plumer voert de uiteindelijke aanval uit en verovert de heuvel ten koste van 17.000 manschappen. De Duitsers verliezen 25.000 soldaten. Wijtschate is een klein landelijk dorp nabij Ieper.

Douglas Haigh         sir Herbert Plumer

De Britten beginnen op 11 juli 1917 een luchtoffensief boven Ieper om de Duitsers uit de lucht te halen voor hun groot offensief dat gepland is tegen het eind van de maand. Ze bombarderen ook de Duitse loopgraven buiten de stad.

De Derde Slag om Ieper
Met de Slag om Passendale gaat op 31 juli 1917 de Derde Slag om Ieper van start. De Britse generaal sir Douglas Haig vermoedt dat deze slag de Duitsers eindelijk zal doen wankelen. Er staan op dat moment bijna een miljoen manschappen tegenover elkaar. De slag zal tot 10 november 1917 duren.

De Vierde Slag om Ieper
Op 1 maart 1918 bezet het 2° Beierse R.I.R., van generaal-majoor von Dittelberger, Diksmuide. Als oefening voor het Duits offensief dat gepland wordt op Loos-Armentières door de 1° Beierse Reservedivisie lijkt het de Duitsers nuttig Diksmuide aan te vallen. Ze plannen dit voor 18 maart 1918. Zo wordt de Vierde Slag om Ieper gestreden.

This is the End
Het geallieerde tegenoffensief. De Duitsers startten in 1918 een offensief tegen de Britten en Belgen bij Ieper in Vlaanderen. Op het eerste gezicht waren deze offensieven succesvol: de loopgraven werden verlaten en een flinke terreinwinst werd geboekt. De troepen waren echter aan het eind van hun Latijn. De offensieven liepen alle drie vast in modder, bloed, en een muur van frisse Amerikanen. Over het hele front werden de Duitsers in de herfst van 1918 teruggedreven. De geallieerden waren nu in de aanval vanaf het Ieperfront. Voor de algemene aanval naar de Schelde zie Slag aan de Schelde van 31 oktober tot 1 november 1918 was de uitvalsbasis de weg Anzegem - Waregem en de spoorweg Kortrijk - Deinze. De bezetting van de heuvels tussen Schelde en Leie werd voor de Amerikaanse 37th Div. en de 91st Div. een zware klus. Op 1 november 1918 's avonds, werd Petegem bezet door de 41ème Franse D.I. Oudenaarde - Bevere door eenheden van de 91st A.E.F. Inf. Div. alsook van de 128ème Franse D.I. De Amerikanen hadden in de Spitaalsbossen van Wortegem gedurende twee dagen een korte, maar harde noot moeten kraken.
11 november 1918, 11 uur in de ochtend: Wapenstilstand. Aan alle geallieerde offensieven komt een eind en enkele dagen later beginnen de Duitsers zich terug te trekken uit de Franse en Belgische streken die ze nog bezetten.

Foto genomen juist na het ondertekenen van de Wapenstilstand op 11 november 1918 in het bos van Compiègne. Op de voorgrond Maarschalk Foch (tweede van rechts), geflankeerd door twee Britse officieren: schout-bij-nacht Hope (uiterst rechts) en admiraal Wemyss. De wagon was aan Foch geschonken door de fabrikant, Compagnie Internationale des Wagons-Lits.

De Amerikanen passeren op 20 november 1918 de Luxemburgse grens in de richting van Duitsland.
Het begraven van overleden burgers kan beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten